Reflectie maakt het mogelijk dat we verschillende perspectieven kunnen ontwikkelen om naar de wereld om ons heen te kijken en de gevolgen die het heeft op de manier waarop we ons hierin bewegen. Reflecteren wordt vaak gezien als een stap in een process, maar reflecteren is een heel proces op zichzelf. Het doen en toepassen van verschillende reflectiemethodieken maakt het makkelijker en toegankelijker om op verschillende manieren naar een situatie te kijken, wat blijkt uit de verschillende resultaten als gevolg van mijn drie prototypen.

Wat wel zeker is, is dat reflecteren op een veel fundamenteler niveau moet worden aangepakt en niet simpelweg met een opdracht kan worden afgeschoven. Het begint al ver voordat de reflectiemethode de kast uit wordt getrokken. Je begint al bij de interactie tussen de leerling en de docent, en de manier waarop feedback gegeven en onderwijsleergesprekken gevoerd worden.

Reflecteren is iets wat we al van nature doen, we worden altijd geconfronteerd met situatie. En wanneer we dit nodig achten passen we ons doen aan om hier beter mee om te kunnen gaan. Of we dit nu vanuit ons instinct doen of door middel van logische regels, reflecteren gebeurt. Dit hebben we nodig om groei te bereiken, groei om aan andere te bewijzen wat we kunnen, groei om verbonden te kunnen zijn anderen, groei om zelf de baas te zijn over wat we doen en zeggen.

Maar deze resultaten kunnen we alleen zelf bereiken en in onszelf vinden. Wanneer dit van buiten komt en wordt uitgereikt aan de hand van competenties opgezet door een ander, resulteert dit in vertekende zelfbeelden en sociaal gewenste antwoorden. Naar mijn mening ligt er nog een hoop te halen bij het onderbouwen van de ervaring van reflecteren.
Door bij de leerlingen zelf een positieve koppeling te maken met reflectie, geef je ze de juiste instelling om vanuit hun zelf opzoek te gaan naar een verbrede visie op jou lesstof.

Er is geen ‘one size fits all’ label in reflectie genaaid. Hier heb ik het dan niet alleen over de resultaten maar ook over de houding van de leerling. Wat ik ook terug zag komen in mijn onderzoek, wat de ene leerling heel fijn vond werken, ervaren de ander dan juist weer als verstikkend. Dit laat het belang zien om iedere leerling te helpen vinden wat voor hen het beste werkt, vanuit die eigen autonomie. Zo maak je het mogelijk om de reflectie te verdiepen.


CONCLUSIE

Uit de resultaten vanuit mijn praktijk onderzoek blijkt dan ook hoe verschillend de leerlingen op eenzelfde opdracht kunnen reageren. Dit resultaat kan gelinkt worden aan de theorie dat leerlingen in mijn doelgroep zich op verschillende punten in het ontwikkelingsproces kunnen bevinden, en dit zich dan ook kan uiten in de ervaring van een reflectie opdracht.

Een mogelijke verklaring zou dan ook kunnen zijn dat in de door mij gegeven opdrachten een duidelijk onderscheid wordt gemaakt tussen; het rumineren of beoordelen van resultaten en het handelings georiënteerd denken. En dat ik meer de nadruk heb gelegd in het focussen op de acties die ze zelf maken.

Als ik bijvoorbeeld naar de handouts kijk voor mijn prototypen die ik heb gecreëerd, zijn er ook dingen die ik de volgende keer anders zou doen voor mijn doelgroep. Hierbij heb ik het met name over de verwoording van de inhoud, deze zou ik gerichter en simpeler maken. Waar ik nu bijvoorbeeld heb gevraagd ‘of’ er iets is wat ze zouden veranderen in het proces van de ander, zou ik van ze vragen om iets te benoemen. Hierdoor blijft er geen mogelijkheid om dit punt niet te beantwoorden.

Voor een toekomstig beeldend werk voor naast dit onderzoek, voel ik veel voor een autonoom concept wat de hoofdgedachten van dit onderzoek tastbaarder maakt. Hoe dit er concreet uit gaat zien is op dit moment nog niet duidelijk en iets waar ik de komende weken hard aan zal werken.
Discussie
Beoordelingsformulier Stage